Instandhoudingsnormen Dwarsliggers
Het goed onderstopt zijn van de dwarsligger en het vastzetten van de bewapening bepalen het functioneren van de dwarsligger en bewapening.
Dwarsliggers algemeen
- De dwarsliggers moeten goed onderstopt zijn.
- De dwarsligger moet minimaal 5 cm van een thermiet – of stomplas af zitten (geldt voor nieuw te maken lassen)
Beton dwarsliggers
- Het betonijzer mag niet zichtbaar zijn
- Het beton mag niet uitbrokkelen en/of grote scheuren vertonen
Specificatie | BW |
---|---|
Maximaal aantal gebroken dwarsliggers | 2 per km |
Minimale afstand tusen twee gebroken dwarsliggers |
30 meter |
Duoblok dwarsliggers
- De dwarsligger moet haaks onder het spoor liggen. Indien de afwijking meer dan 2 cm bedraagt moet dit worden gemeld aan de ProRail regio.
- De klemhouders moeten vastzitten in het beton.
Specificatie | BW | VW |
---|---|---|
Maximale zijdelingse inslijtiong spoorstaafvoet in klemhouder bij duoblok dwarsligger |
4 mm | 5 mm |
Betonnen dwarsliggers voorzien van rug(helling)platen
Specificatie | BW | VW |
---|---|---|
Maximale percentage loszittende kraagbouten per 15 meter (in rughellingplaten) |
20% | 30% |
Maximaal aantal loszittende kraagbouten per rug(helling)plaat |
1 | 2 |
Bevestigingsmiddelen mogen niet afwezig zijn!
Hardhouten dwarsliggers
De dwarsligger moet functioneel zijn.
Specificatie | BW | VW |
---|---|---|
Maximale inrijding van de bewapening (rughellingplaat) in het opervlak van het hout: |
||
|
8 mm | 11 mm |
|
4 mm | 7 mm |
Maximale percentage loszittende kraagbouten per 15 meter (in rughellingplaten) |
20% | 30% |
Maximale zijdelingse inslijting spoorstaafvoet in rughellingplaat |
3 mm | 5 mm |
Maximale afwijking van dwarsliggerverdeling | +/- 50 mm |
Bij het bereiken van de BW voor de zijdelingse inslijting van de spoorstaafvoet op de opsluitplaat moet ProRail geïnformeerd worden.